.

75 Jaar bevrijding: religies en vrede

75 JAAR BEVRIJDING: RELIGIES EN VREDE

De 2e wereldoorlog was geen godsdienstoorlog. Hoewel doorspekt met Jodenhaat was het Nazisme puur een machtsstreven. Ook vele priesters, dominees en religieuzen zijn in de concentratiekampen gestorven. Denken we aan Titus Brandsma, Bonhoeffer, Edith Stein. Ik las vorige week in de Heraut dat de kerkklokken door de Nazi’s werden ingevorderd om munitie te maken.
In de eerste maanden van dit jaar maakte ik tijdens een sabbatverlof in een Coronavrij gebied op de Filippijnen een studie over de vraag: zijn er in alle oosterse religies openingen naar respect voor andere godsdiensten en een verlangen naar vrede?
In de Focolarebeweging, een interreligieuze beweging die streeft naar eenheid tussen de religies, had ik al geleerd dat er in elk religie wel teksten te vinden zijn die overeenkomen met de Bijbelse uitspraken zoals: “Wat Gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet”(Tobit 4,15). “Bemin de naaste als jezelf” (Marcus 12,31). “Wat je wilt dat de mensen voor jou doen, doe dat ook voor hen” (Mattheus 7,12 en Lukas 6,31). We noemen dat de Gulden Regel.
In de Koran komt de uitspraak niet voor. Wel kan verwezen worden naar de Hadith (uitspraken en daden die aan Mohammed worden toegeschreven). Ze staan in het kader om een goede, vreedzame samenleving te realiseren: “Niemand van jullie is een gelovige tenzij hij zijn naaste toewenst wat hij zichzelf toewenst”. Hadith (an-Nawawi): “Niemand van jullie gelooft werkelijk totdat hij voor zijn broeder wenst wat hij voor zichzelf wenst.”
Wederzijdse liefde / naastenliefde / liefde is in de islam: barmhartigheid. Dat gaat verder dan tolerantie.

Er zijn vele moslimgemeenschappen die naar de Gulden Regel leven en zo in vrede kunnen leven met aanhangers van andere religies. Bijvoorbeeld de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap in Den Haag.
Godsdiensten zijn in principe allemaal vredelievend. Het zijn de fundamentalistische fanatieke aanhangers die over de naaste oordelen, die de conflicten veroorzaken. Zij handelen niet in naam of opdracht van God/Allah, maar in plaats van God/Allah. Zij maken zichzelf tot God. Een grotere belediging van Allah kan ik me niet voorstellen. Het oordeel over de medemens komt alleen God / Allah toe.
Als schepselen van God/Allah zijn we allen broeders en zusters van elkaar die geroepen zijn in vrede met elkaar deze aarde te bewonen. Als we dat allemaal erkennen, kunnen we in vrede leven.
Ik wil besluiten met enkele uitspraken van de genoemde oorlogsslachtoffers:
Titus Brandsma op 22-1-1942 in de politiegevangenis in Scheveningen: “God zegene Nederland. God zegene Duitschland. Geve God, dat beide volkeren weldra weer in volle vrede en vrijheid naast elkander staan in zijn erkenning en tot zijn eer, tot heil en bloei van beide zoo na verwante volken.”
Edith Stein: “U bent de Vader van de wijsheid, mijn Vader; ook al voert U mij door de nacht,
U brengt mij toch in uw nabijheid, U nader. ……En als U stil tot het offer wenkt, maak dat ik het kan. Laat mij aan mijn kleine ik nooit toegeven; stervend aan mezelf, wil ik voor U leven”.

Bonhoeffer: “Dat ellende en gevaar ons alleen maar dichter bij God brengen, is zeker.” “Niet alleen de angst is besmettelijk, maar ook de rust en de vreugde.”