.

witte donderdag 2013

WITTE DONDERDAG 2012 Berkel 2013 Bergschenhoek

 

BEGROETING

Vrienden en vriendinnen, zo mag ik u vanavond aanspreken.

Want Jezus zelf zei op het Laatste Avondmaal tot zijn apostelen:

“Ik noem u geen dienaars meer, maar vrienden”.

We zijn hier samen als vrienden van onze Heer

Jezus.We zijn hier samen om het Avondmaal te gedenken

dat Hij op de avond voor zijn dood hield met de twaalf apostelen.

We gedenken het paasmaal waarvan Jezus zei: “Vurig heb Ik verlangd, eer Ik ga lijden,dit paasmaal met u te eten”.

 

Het is niet de bedoeling dat paasmaal hier in detail na te bootsen.

Het Laatste Avondmaal heeft nu zijn vervulling gevonden in het Rijk Gods en we kunnen het daarom niet anders vieren dan in de vorm van de eucharistie.

Maar toch willen we door een andere opzet enkele elementen van het Laatste Avondmaal benadrukken:

  • de verbondenheid met elkaar tot het ene Lichaam van het Nieuw Verbond.
  • de verbondenheid met Jezus, die temidden van zijn vrienden aan tafel zat.

 

Gedenken is meer dan zich iets herinneren. Het is de werkzame aanwezigheid van het verleden in het heden. Als we ‘de daden des Heren gedenken’, komen ze hier en nu voor ons tot stand. Die werkzame kracht van de gedachtenis berust op het feit dat God dezelfde is, gisteren, vandaag en altijd (bijbels heet dat: zijn trouw). In de verrijzenis van Jezus heeft God die trouw voorgoed zichtbaar gemaakt. De verrezen Heer is met ons alle dagen, dus vandaag. Wij gedenken Hem als de tegenwoordige.

Hij is niet voorbij. Hij is onze toekomst.

De gedachtenis richt ons niet op het verleden, maar op de toekomst.

 

PREEK

 

Elf jaar geleden is mijn oudste broer verongelukt. Toevallig was ik de zomer er voor nog bij hem in Zwitserland op vakantie geweest. We gingen ‘s avonds altijd in een restaurantje eten. Hij at nooit thuis, hij had thuis niet eens een kooktoestel of pannen want hij was maar alleen. Wat mij opviel was hoe gemoedelijk en vriendschappelijk hij met de obers omging. Hij gaf ook altijd een dikke fooi.

 

Van zijn vrienden en collega’s die ook vrijgezel waren, hoorden we dat hij elke dag met hen na het werk ging eten in een eenvoudig eetcafé, vlak bij hun bedrijf. De caféhouders, een moeder en dochter, waren ook zeer aangedaan door het overlijden van mijn broer. Ook daar was er altijd een vriendschappelijke verhouding geweest.

 

Samen maaltijd houden is bij uitstek een gelegenheid om vriendschapsbanden te versterken. Je kunt natuurlijk ook bij de tv een magnetronmaaltijd eten, maar dan voedt je alleen je lichaam en niet je ziel.

Niet voor niets worden er bij bruiloften en huwelijksjubilea ook altijd diners gehouden.

 

Zo was het met Jezus ook: Hij was met zijn vrienden aan tafel om het paasmaal te houden. Een maaltijd waarnaar Hij sterk had verlangd. Maar voor de apostelen liep het heel anders dan ze verwachtten: geen feestmaal maar een afscheidsmaal. Een maaltijd waarbij één van hen, Judas, hen in de steek liet. Een maaltijd waarbij Jezus hen de voeten ging wassen om hen een voorbeeld te geven. Een maaltijd waaraan Jezus sprak over zijn dood en bad om eenheid tussen zijn leerlingen. Hij noemde hen geen dienaars meer, maar vrienden.

Zo werd het een historische maaltijd. Een maaltijd die in de loop der geschiedenis overal op de wereld herhaald zou worden.. Miljoenen gelovigen hebben er in die bijna 2000 jaar kracht en moed uit geput. Het is het bindend element geworden van de geloofsgemeenschap.

 

In de eerste eeuwen werd de eucharistie niet in kerken gevierd. Want die hadden ze nog niet. Ze kwamen bijeen in huizen en in Rome in de catacomben. In kleine groepen. Daar moet een enorme verbondenheid onder elkaar geweest zijn. Daar zat niemand er anoniem bij. Daarom ging er een enorme kracht uit van die vieringen. Ik heb dat zelf ook wel meegemaakt als we eucharistie vierden aan het eind van een bezinningsweek of een kamp. Het had dan ook iets van een afscheid, want we gingen na zo’n week weer uit elkaar.

 

In Dordrecht is een kleine Indische kerkgemeenschap. Zij houden vieringen in de parochiezaal van de rk-kerk. Iedereen die binnenkomt wordt persoonlijk door een gastheer of vrouw begroet. Zelfs toen ik daar een keer binnenliep om wat uit de sacristie te halen kreeg ik vriendelijk een hand in de verwachting dat ik naar hun kerkdienst kwam. Na de viering, waarvoor ze alle tijd namen, haastten ze zich ook niet om weg te komen, maar bleven ze bij elkaar om samen te eten. Dat had wel wat. Ook in Brazilië heb ik dat meegemaakt: de kerkgangers namen allemaal wat te eten mee en na de viering werd er samen gegeten. Vlak voor deze dienst hebben we ook met de misdienaars gegeten.

 

In de loop der eeuwen is de kerk een massakerk geworden, waarin velen anoniem aanschuiven en ongezien weer huiswaarts keren. Daarmee is een wezenlijk element uit het kerk-zijn verdwenen.

Het kleiner worden van de kerkgemeenschap in deze tijd biedt de kans die onderlinge verbondenheid van de gelovigen weer terug te krijgen. We kunnen op die manier van de nood een deugd maken. Daarom moeten we voorzichtig zijn met fusies van parochies met als doel enkele kerken weer vol te krijgen. Een kleine gemeenschap kon wel eens veel meer overlevingskansen hebben dan een grote.

 

Wij mogen als vrienden van Jezus en van elkaar aanschuiven aan deze tafel. Dat is een groot voorrecht. Hier gedenken we Jezus zoals Hij dat zelf wilde: “Blijft dit doen om Mij te gedenken”. De eucharistie: een gedenkwaardige maaltijd.