.

preek 4e zondag jaar b

4E ZONDAG DOOR HET JAAR B

Pius X en Willibrordkerk

INLEIDING

Gods stem horen

Velen worden in onze haastige wereld in beslag genomen door internet, mobiele telefoon, sociale media en volle agenda’s. En wij , wij zijn hier nu een ruimte binnengegaan, waarin stilte en rust heerst. Wij zoeken een moment van rust in onze o zo overvolle week. Is het alleen rust dat we hier zoeken? Als dat zo is, kunnen we net zo goed een stevige wandeling in de natuur maken en ons laten betoveren door de dieren en planten van Gods schepping. Of is hier, in deze kerk, toch meer te vinden dan alleen rust: gebeden, woorden en verhalen waarin God tot ons spreekt? Is het zijn stem die we willen horen?

 

LEZINGEN:          EERSTE LEZING: 1 Kor. 7,32-35  EVANGELIE: Mc.1,21-28

THEMA: Jezus: voorbeeld of Vriend?

Zusters en broeders,

Waardoor is de Nederlandse katholieke kerk in crisis geraakt? Doordat de kerk zich niet bijtijds aangepast heeft aan deze tijd? Maar de best bezochte protestante kerken zijn de behoudende kerken. Heeft de katholieke kerk zich dan te snel vernieuwd, te veel afgeschaft en ter discussie gesteld zodat mensen in de war geraakt zijn? Als we kijken naar de meest bloeiende kerken, de pinkstergemeenten, dan zien we dat het kerken zijn zonder enige traditie, zonder hiërarchie en zonder kerkelijke wetboeken, zonder wierook en wijwater. Wat is dan het geheim van hun groei en bloei? Wat hebben zij wel wat wij missen? Wat kunnen we van hen leren?

Ik denk dat onze kerk noch in crisis is vanwege een behoudende hiërarchie, noch vanwege te grote vernieuwingen. Ik denk dat onze kerk in crisis is geraakt omdat er in onze katholieke kerk te weinig gelovigen waren met een sterke persoonlijke band met God. Gelovigen die dag in dag uit leefden vanuit het gebed, van het gesprek van hart tot hart met God. De kerken zaten vroeger vol met gelovigen die kwamen uit angst voor overtreding van de zondagsplicht, of uit gewoonte of vanwege sociale controle. Maar ze kwamen niet in de kerk omdat hun hart verlangde naar dagelijks contact met God. De vernieuwingen van de 60-er jaren waren er niet op gericht het innerlijk contact met God te vernieuwen maar om de structuren van de kerk te vernieuwen, de liturgie en het uiterlijk.

Ik stel het misschien wat zwart-wit, maar ik denk dat in de tijd van de polarisatie zowel het behoudende als het progressieve kamp bezig waren met een strijd over gezag en democratie, structuren en kerkelijke regels, waarbij ze de essentie van het christelijk leven uit het oog verloren: een leven met Jezus Christus als leraar, en als Verrezen Heer. Jezus werd door velen alleen gezien als een voorbeeld van goed mens zijn, de eucharistie als een oefening in breken en delen. Nog steeds is dat de slogan in veel eerste communie projecten en liturgieboekjes. Jezus werd gelijk gesteld met andere voorbeeldfiguren zoals Marx en Ghandi. En als je dat verhaal een paar keer gehoord hebt, dan weet je het wel. Waarom zou je dan zondagochtend vroeg opstaan en nog naar de kerk gaan? Geloven in God kun je ook thuis. Breken en delen kan ook in de kantine van de voetbalclub door een rondje te geven.

In het evangelie zien we dat Jezus op de sabbat, de joodse zondag, in zijn woonplaats Kafarnaum naar de synagoge, de joodse kerk gaat. De dag des Heren heiligen gaat voor al het andere. Dat is de Bron van een sociaal leven. Daarna geneest Hij iemand die bezeten is door een onreine geest. En wat zeggen de mensen? Niet: “Hé, wat een goed mens, daar kunnen we een voorbeeld aan nemen” of : “hier is een man met paranormale begaafdheden”, maar ze zeggen: “Wat betekent dat toch: een nieuwe leer met gezag”. Men erkent Jezus als leraar. De duiveluitdrijving was een bevestiging van zijn woorden. Men wil vaker zijn Woord horen.

Dat is het geheim van de Pinkstergemeenten: ze verdiepen zich in het Woord van God, in de Bijbel. Dat is het enige dat ze hebben, maar daaruit leven ze. Daarin ontmoeten ze Jezus. Daarin ontmoeten ze God. Dat heeft bij hen gezag.

Wat betekent dat voor onze katholieke kerk in crisis? Dat we Jezus weer meer moeten erkennen als de Leraar, als de Heer van ons leven, als de Zoon van God, als de Verrezene, die niet alleen op zondag, maar ook in het dagelijks leven bij ons is, met Wie we voortdurend in innerlijk gesprek zouden moeten zijn. Hij is méér dan een voorbeeld, méér dan een zedenmeester die ons wat normen en waarden leert. Hij is de verbindingsschakel tussen hemel en aarde, onze Heer, “iemand die gezag bezit”, die ons vraagt Hem te volgen en te gehoorzamen. Ons geloof mag geen bijzaak zijn voor moeilijke momenten in ons leven, als een soort EHBO-doos of wegenwacht, maar hoofdzaak in het dagelijks leven. Als we leven door Hem en met Hem en in Hem, dan zal ook onze kerk weer groeien en bloeien.

Paulus roept op tot een leven toegewijd aan God. Het liefst zag hij dat mensen ongehuwd bleven omdat ze dan helemaal aan de zaak van de Heer toegewijd kunnen zijn. De getrouwde heeft nu eenmaal veel zorg voor aardse zaken, het huis, de auto, de kleding, eten en drinken, voor het gezin. Paulus wil graag een onverdeelde toewijding aan de Heer.

Toch is het huwelijk in onze kerk verheven tot sacrament. Dat betekent dat ook het huwelijk geen louter aardse zaak is, maar een levenswijze die het Rijk Gods kan dienen en een gave en opgave van God is. Toewijding aan partner en kinderen in het huwelijk is ook een vorm van toewijding aan God.

God heeft immers de mens als man en vrouw gemaakt en ieder mens dankt zijn leven toch aan het liefdesleven van zijn of haar ouders.

Maar leven de gezinnen nog toegewijd aan de Heer? Wordt er nog dagelijks gebeden in de gezinnen? Schenkt men elkaar in het gezin vergeving in naam van Heer?

Er zijn veel te weinig priesters en religieuzen, dat is waar, maar er zijn ook veel te weinig echte christelijke gezinnen.

Ook in de gezinnen is het geloof vaak nog maar bijzaak, goed voor een paar feestjes in het jaar en een mooie uitvaart van opa of oma. Wat zou een parochie weer snel groeien en bloeien als er een paar gezinnen waren die zich helemaal aan de Heer toewijdden en elke zondag het hart vormden van onze samenkomst.

We kunnen er op dit moment niet veel meer aan doen dan er voor bidden. Maar laten we ook een heilig voornemen maken ons eigen leven geheel aan de Heer toe te wijden. Dat God ons kan gebruiken als een instrument in zijn hand om de kerk werkelijk te vernieuwen in zijn Geest, in zijn Heilige Geest. Dan kan er ook in de katholieke kerk een nieuw Pinksteren komen.