.

Nederlandse Wereldburgers

20E ZONDAG DOOR HET JAAR Pius X Pijnacker en Bleiswijk, 19 en 20 augustus 2017

In de vakantie gaan velen van ons naar het buitenland. Daar zijn we vreemdelingen die een andere taal spreken en andere gewoontes hebben. Toch verwachten we dat we gastvrij ontvangen worden. Dat we alle voorzieningen mogen gebruiken en overal in mogen. Natuurlijk betalen we voor het één en ander, maar ga eens na voor hoeveel voorzieningen we niet betalen: de binnenwegen, de verkeersborden, toiletten, parken, bankjes, vuilnisbakken, winkelkarretjes, etc. etc. We zouden er vreemd van opkijken als er bij de ingang van een park of aan het begin van een boulevard of op een bank een bordje stond: “Niet voor buitenlanders”.

Maar hoe is het andersom? Hoe welkom zijn buitenlanders hier in Nederland.? Oké, vakantiegangers zijn welkom. Daar verdienen we aan. Maar asielzoekers zijn minder welkom. Die kosten ons geld. Die nemen een andere cultuur met zich mee waar we nog niet goed mee weten om te gaan.

Volgens een lek in de kabinetsformatie wil het CDA weer verplichten het Wilhelmus op school te leren. In een commentaar wordt er wel bij gezegd dat het gepaard moet gaan met een gezond vaderlandsliefde en afgeschermd tegen een gevaarlijk nationalisme.

Tegen het 6e couplet heb ik geen bezwaar:

Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik doch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.

Tot mijn verbazing las ik dat God bijna in elk couplet genoemd wordt. Bijvoorbeeld in het voorlaatste couplet:

“Tot God wilt u begeven, neemt zijn heilzaam woord aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan”.

Ik zie Pechtold dat nog niet uit volle borst zingen.

 

In Nieuw Zeeland hebben ze een mooi volkslied:

God of nations at Thy feet

In the bonds of love we meet

Hear our voices, we entreat

God defend our free land

Guard Pacific’s triple star

From the shafts of strife and war

Make her praises heard afar

God defend New Zealand

 

E Ihowa atua O Nga Iwi Matoura Ata whaka rongona: Me aroha noa, Kia hua ko te pai; Kia tau o atawhai; Manaakitia mai Aotearoa

 

Men of every creed and race

Gather here before Thy face

Asking Thee to bless this place

God defend our free land

From dissension, envy, hate

And corruption guard our State

Make our country good and great

God defend New Zealand

 

Peace, not war, shall be our boast

But should foes assail our coast

Make us then a mighty host

God defend our free land

Lord of bartles, in thy might

Put our enemies to flight

Let our cause be just and right

God defend New Zealand

 

Let our love for Thee increase

May Thy blessings never cease

Give us plenty, give us peace

God defend our free land

From dishonour and from shame

Guard our country’s spotless name

Crown her with immortal fame

God defend New Zealand

 

May our mountains ever be

Freedom’s ramparts on the sea

Make us faithful unto Thee

God defend our free land

Guide her in the nations van

Preaching love and truth to man

Working out Thy glorious plan

God defend New Zealand.

God van de naties bij Uw voeten In de band van liefde ontmoeten we elkaar Hoor onze stemmen, we bidden God verdedig ons vrije land Bewaak Pacific’s driedubbele ster Van de schachten van de strijd en de oorlog Maak haar lofprijzing van de verre hoorbaar God verdedig Nieuw-Zeeland
E Ihowa atua O Nga Iwi Matoura Ata whaka rongona: Me aroha noa (Ik hou van je), Kia hua ko te pai; Kia tau o atawhai;

Manaakitia mai Aotearoa (Moari) Mensen van elke geloof en ras Verzameld hier voor Uw gezicht vragen U deze plek te zegenen God verdedig ons vrije land Van dissidentie, afgunst, haat En corruptie, bewaar onze staat Maak ons ​​land goed en geweldig God verdedig Nieuw-Zeeland

Vrede, geen oorlog, zullen onze roem zijn Maar zouden vijanden onze kust aanvallen Maak ons ​​dan een machtige gastheer God verdedig ons vrije land Heer van bartels, in uw macht laat onze vijanden vluchten. Laat onze oorzaak precies en juist zijn God verdedig Nieuw-Zeeland Laat onze liefde voor U toenemen Mogen uw zegeningen nooit ophouden Geef ons genoeg, geef ons vrede God verdedig ons vrije land tegen oneerlijkheid en schaamte Bewaak ons lands goede naam Kroon haar met onsterfelijke roem God verdedig Nieuw-Zeeland Mogen onze bergen ooit zijn Vrjheidswallen aan de zee Maak ons ​​getrouw aan U God verdedig ons vrije land Leid haar onder de naties … prekend liefde en waarheid voor de mens Uw glorieuze plan uitwerkend God verdedig Nieuw-Zeeland.

Voor Nederland heb ik ooit een nieuwe tekst op de melodie van het Wilhelmus geschreven:

Wil elke Nederlander

nu zingen met mij saam,

om met de Europese landen

de toekomst in te gaan

waar vrede heerst voor allen

en liefde ons regeert,

de koning van Oranje

door allen wordt geëerd.

Met allen die vertrouwen

op God of humaniteit

zal ik dan vredelievend bouwen

aan solidariteit:

dat ieder mens mag blij zijn

die hier zijn toevlucht vond.

Een Nederland met vrijheid

op mijn geboortegrond.

Vermenging van de volkeren is geen nieuw verschijnsel. In de tijd van Jesaja gebeurde het ook al. Er kwamen vreemdelingen naar Israël. Jesaja vraagt de joden tegenover hen rechtvaardig te zijn. De vreemdelingen moeten zich wel enigszins aanpassen. Hij stelt enkele voorwaarden: ze moeten de sabbat onderhouden en niet onteren en trouw zijn aan zijn verbond. Dat betekende, denk ik, zich houden aan de 10 geboden. Dan zal God ook hen zegenen en toegang verlenen tot zijn huis.

In het evangelie zien we dat Jezus ook voor een dilemma staat: Hij is in een niet-joods gebied: Tyrus en Sidon: heidense streken. Hij trok zich daar terug, staat er: dus Hij wilde daar even uitrusten, op vakantie zijn, niet hoeven te werken, niet preken, niet genezen, even met rust gelaten worden, geen gezeur aan zijn kop. Jezus had normaal de hele week mensen om zich heen. Net als een beroemde artiest: voortdurend achtervolgd door nieuwsgierige mensen die een handtekening van je willen hebben en met je op de foto willen. Dan wil je er wel een even uit. Even ongezien, even ongestoord. Dus naar het buitenland.

Jezus had toen nog het idee dat Hij alleen de levenstaak had om de joden tot een nieuwe geloofsbeleving te brengen. Een leven in naastenliefde en barmhartigheid. De joden wat los te weken van een al te cultische en wettische godsdienstbeleving. “Ik ben alleen maar tot de verloren schapen van Israël gezonden” zegt Hij. Pas later kreeg Hij het gevoel dat Hij Gods liefde aan alle volkeren moest bekendmaken. Misschien wel door ervaringen als die van vandaag.

Hij ging dus naar Tyrus en Sidon om uit te rusten. Maar daar komt een Kananese vrouw naar Hem toe, een heidense vrouw dus. Die vrouw doet een beroep op Jezus. Jezus gaf haar geen antwoord. Waarom niet? Misschien kwam ze over als een psychisch gestoorde vrouw, hysterisch, labiel. Misschien wilde Jezus haar op de proef stellen.

Als de vrouw naderbij komt en zich voor zijn voeten neerwerpt en zijn hulp vraagt, dan verdedigt Jezus zijn afwijzende houding. Hij zegt: “Het is niet goed het brood dat voor de kinderen bestemd is aan de honden te geven”. Daarmee bedoelt Hij dat zijn boodschap voor de Joden bestemd was en niet voor de heidenen. In de oorspronkelijke taal, het Hebreeuws, zit een woordspeling die niet te vertalen is. Het Hebreeuwse woord voor hond is namelijk hetzelfde als het woord voor heiden. Hij zegt dus eigenlijk ook: het is niet goed Gods boodschap aan de heidenen te openbaren, want die geloven het toch niet. Een andere keer staat er in de bijbel: “Je moet geen parels voor de zwijnen werpen, want die vertrappen ze”.

Maar de vrouw is het er niet mee eens: ze getuigt van haar geloof. Dan zegt Jezus: “Vrouw U hebt een groot geloof”. En Jezus geneest haar dochter.

Conclusie: laten we ons land en ons hart niet afsluiten voor buitenlanders. Laten we er mee in gesprek gaan en zien wat we van elkaar kunnen leren. Ik ontken niet dat zij moeten integreren en zich aan moeten passen aan een aantal gewoontes en regels in ons land. Bijvoorbeeld onze taal leren vind ik een absolute en gerechtvaardigde eis. En de inburgeringcursus. Over hoofddoekjes op school valt te praten: is het voor hen levensnoodzakelijk? Waarom willen ze het? Anderzijds: wat is het bezwaar? Religieuzen liepen toch ook altijd met een sluier?

Ik denk dat we als christenen en zeker als katholieken de jonge generaties moeten leren dat we wereldburgers zijn. Ik vind het een grote zegen dat in Europa de binnengrenzen open zijn. Grenzen zijn door mensen gemaakt, niet door God.

Hoeveel Nederlanders zijn er niet geëmigreerd? Om maar niet te spreken over de kolonisaties in de vorige eeuwen. We gingen niet alleen naar Amerika, Azië en Afrika om daar de rijkdommen weg te halen, maar ook om daar gelijk de macht te grijpen. Indianen en andere inheemse volken werden slaaf gemaakt als ze al niet werden uitgemoord. Moeten we de buitenlanders dan veroordelen als ze hier een groot deel van hun inkomsten naar hun familie in de 3e wereld sturen?

In onze voetbalclubs halen we de beste spelers uit het buitenland. Bedrijven worden steeds meer multinationals. In Brazilië kwam ik ook al Blokker tegen, C&A, de Amro-bank, Philips, Heineken en allerlei Nederlandse bedrijven.

Wordt het geen tijd om de wereld als één groot huis te zien voor alle mensen en niet meer nationalistisch te denken? Alle mensen zijn onze broeders en zusters. Als christenen zouden we voorop moeten lopen in de globalisering en mondialisering omdat wij juist andere motieven hebben dan economische.

De kerk kent in principe geen grenzen. We zijn een wereldkerk. Laten we daar ook de consequenties uit trekken wat betreft vreemdelingen in Nederland.

EUROPEES VOLKSLIED

Nederlands

Europa is nu verenigd Verenigd moge het blijven Onze eenheid in verscheidenheid Het kan bijdragen aan wereldvrede.

Moge voor altijd heersen in Europa Vertrouwen en rechtvaardigheid En vrijheid van de bevolking In een groot moederland.

Burgers, kan Europa floreren Een grote taak wacht jullie Gouden sterren in het luchtruim zijn symbolen die ons zullen verenigen