.

Liefde belangrijker dan geloof

Zusters en broeders,

 

Het leven van Jezus zou je in één woord kunnen samenvatten: liefde. Hij had liefde voor iedere mens. Hij had Gods liefde in zich.

Het christelijk leven zou je ook met dat ene woord kunnen samenvatten: liefde. Wie liefheeft is een kind van God, zegt Johannes in één van zijn brieven. (1 Johannes 4, 7)

 

Maar om dat goed te begrijpen moeten we liefde omschrijven. Want het woord liefde is een veel gebruikt woord en een veel misbruikt woord. Liefde is vaak vermengd met erotiek, eigenbelang en onoprechtheid. Wordt de liefde niet vaak aan een ander verklaard om de ander in bezit te krijgen?

 

Wat echte liefde is hoorden we in het hooglied van de liefde in de brief van Paulus aan de Korinthiërs. (1 Kor.13)

 

Liefde wordt hier zelfs belangrijker genoemd dan geloof, het volmaakte geloof dat bergen verzet. “Bergen verzetten” duidt op moeilijkheden overwinnen. Bijvoorbeeld familie en vaderland verlaten om in de derde wereld te gaan werken. Of geloven dat de moeilijkheden op het werk of in het gezin opgelost kunnen worden. Of  je slechte eigenschappen overwinnen. Of maatschappelijke problemen oplossen. Geloof is heel belangrijk. En toch is dat niet het belangrijkste. Het belangrijkste is de liefde.

 

Dat er verschillende godsdiensten zijn die allen menen het volmaakte geloof te bezitten, is voor God heel pijnlijk. Maar dat die godsdienstige mensen elkaar niet liefhebben, maar bestrijden, is voor God nog veel pijnlijker. Dat er in onze kerk verschillende stromingen zijn van behoudende en progressieve katholieken is helemaal niet zo erg. Wat wel erg is, dat is dat we elkaar niet liefhebben. Daarom haken zoveel christenen af. Als wij ondanks alle verschillen van inzicht een grote liefde voor elkaar zouden hebben, dan zou de kerk weer massa’s mensen trekken. Daar ben ik van overtuigd. De eerste christenen stonden bekend om hun onderlinge liefde. Daarom groeide de kerk toen zo hard.

 

Paulus schrijft: “Toen ik een kind was sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, dacht ik als een kind; nu ik een man ben geworden heb ik het kinderlijke afgelegd.” Wat is het kinderlijke? Kinderlijk is het om te vragen om liefde en aandacht. En het is van levensbelang dat een kind dat ook veel krijgt. Wat voedsel is voor de lichamelijke groei van een kind, dat is liefde en aandacht voor de geestelijke groei van een kind. Een kind dat veel liefde en aandacht krijgt, dat kan later als volwassene ook veel liefde geven. Mensen die in hun jeugd veel liefde gehad hebben, die zullen zich prettig voelen in het leven, vertrouwen hebben in de medemens en makkelijk geloven en liefhebben en sociaal gedrag vertonen. Mensen die als kind niet veel liefde gehad hebben, die kunnen later grote relatieproblemen krijgen. Maar ook zij kunnen goed terecht komen en sociale liefdevolle mensen worden als ze later in aanraking komen met liefdevolle mensen. Dat kan bijvoorbeeld zijn in een hechte geloofsgemeenschap waarin de leden veel om elkaar geven. Of een levenspartner die iemand optilt.

 

Liefde kun je alleen geven als je het ontvangen hebt. Soms kan het geloof daarbij helpen. Want we mogen geloven in Gods oneindige liefde voor ons.

Maar God kan zijn liefde alleen geven aan mensen die er hun hart voor openen. Dat zien we in het evangelie van vandaag: de mensen in Nazareth houden hun hart gesloten. Zijn geloven niet in Gods liefde. Zij geloven niet in Jezus. Zij zien Jezus nog als die zoon van die timmerman. Zij hebben Jezus als kind gekend. Zij kunnen in Hem niet de Zoon van God zien.

 

Jezus zegt dan: “geen profeet wordt geëerd in zijn eigen vaderstad” en noemt enkele voorbeelden: in de tijd van de profeet Elia was er hongersnood doordat er lange tijd geen regen uit de hemel viel. Weduwen hadden het daarom het slechtst: zij hadden immers geen inkomen en dus geen geld om het dure graan te kopen. Toch werd Elia gezonden tot een weduwe uit het heidens gebied, om haar te helpen. Hetzelfde bij Elisa: hij genas een Syriër. Dat was ook een heiden. De joden hadden geen geloof in hun eigen profeten. Daarom gebeurde er bij hen geen wonderen.

 

We moeten daarom geloven in Gods liefde. Niet met ons verstand, maar met ons hart. Ons geloof moet 30 centimeter zakken: van het hoofd naar het hart. Dan kunnen wij de medemens echt liefhebben, belangeloos, zonder verwaandheid. Liefde vervult de gehele wet. Liefde is het ene gebod van Jezus.

 

Wie liefheeft is een instrument van God. Gods personeel bestaat uit liefhebbende mensen. En dan maakt het niet uit of je arm of rijk bent, intelligent of dom, begaafd of minder begaafd, gezond of ziek, jong of oud. Daarom is in het christendom ieder mens gelijk en niemand minderwaardig. Want iedereen kan liefhebben. Of we nu president zijn of  student….

 

Gelukkig wie liefheeft. Want de liefde geeft zin aan het leven. Geloof, hoop en liefde, de drie kardinale deugden. Maar de liefde is de grootste.