.

God roept jou!

PREEK 2e zondag jaarcyclus B    LEZINGEN: 1 Samuël 3, 3b-10+19  en Johannes 1, 35-42;  Thema: Roeping

GOD ROEPT JOU!

 

Geliefde broeders en zusters,

Ik zag bij een nieuwsuitzending eens 2 interviews met Molukkers in Indonesië: de één christen, de ander moslim. Beiden zeiden met praktisch dezelfde woorden dat ze bereid waren hun leven voor God te geven en beiden beweerden in naam van God een heilige oorlog aan te willen gaan en de ander te willen doden. Wat daar in feite gebeurt, en wat in de geschiedenis zo vaak gebeurd is, dat is dat mensen God voor hun eigen karretje spannen. Zij stellen zich niet in dienst van God, maar vernederen God tot hun dienstknecht die hen moet helpen in een machtsstrijd.

Ik geloof absoluut niet dat God één van de twee bevolkingsgroepen wil uitroeien door middel van de andere bevolkingsgroep. Door Jezus weten we dat God Vader is van alle mensen en volken, dat Hij het leven wil en niet de dood, dat Hij vrede wil en geen geweld, dat Hij liefde en broederschap wil en geen vijandschap en haat. Het christendom kent wel het begrip van rechtvaardige zelfverdediging, maar niet van heilige oorlog. Zowel christenen als moslims die zeggen dat ze in naam van God of Allah geweld gebruiken zijn op een dwaalspoor en vernederen God tot hun eigen dienstknechtje. Zij manipuleren met God en het geloof.

Ik vind dat een hele trieste zaak en ik denk dat u dat ook zo ziet.

Niet wij moeten God te hulp roepen, maar God roept ons te hulp. Dat is de strekking van de lezingen van vandaag.

In het boek Samuel wordt beschreven hoe het volk van Israël afgedwaald is. God roept de jonge Samuel om het volk hierop te wijzen en om een nieuwe koning te gaan zoeken. In het evangelie roept Jezus zijn eerste leerlingen, onder andere Simon Petrus. God roept mensen in zijn dienst. We mogen God niet in onze dienst plaatsen.

Dat is heel moeilijk. Want van nature zijn wij geneigd onze eigen plannen te maken en daarover Gods zegen te vragen. Heel veel gebeden zijn gebeden om Gods hulp voor onze wensen en verlangens. Dat mag, maar echt christelijk gebed vraagt allereerst dat Gods wil geschiede.

Een volgroeide christen brengt zijn eigen wil steeds tot zwijgen en vraagt zich in stilte steeds af: God, wat wilt U van mij? Wat heb ik vandaag te doen? Naar wie moet ik gaan? Waar kan ik U vinden? Bij wie kan ik U ontmoeten? Is het bij die zieke? Of op mijn werk? Moet ik eerst die brief schrijven of zal ik eerst dat apparaatje in huis repareren? Waarmee dien ik U het meest?

Enkele uitspraken van bijbelse personen zouden we steeds in gedachte moeten houden: die van Samuel: “Spreek Heer, uw dienaar luistert”. Bisschop Simonis heeft mij dit verhaal van de 1e lezing voorgelezen toen ik mij aanmeldde bij hem voor het priesterschap. Hij zei er bij: “mensen draaien die uitspraak vaak om: zij zeggen: “Luister, Heer, uw dienaar spreekt”, om vervolgens God te vertellen wat Hij allemaal voor ons zou moeten doen.”

Jezus bad: “Niet mijn wil, maar uw wil geschiede, God”. God heeft het goede met ons voor. We hoeven dus niet bang te zijn naar zijn wil te vragen. Het eerste dat Hij vraagt is naastenliefde. En als Hij iets moeilijks van ons vraagt, dan mogen we ook zeker zijn van zijn zegen en kracht.

Dan wil ik nog even op enkele specifieke aspecten van de lezingen ingaan.

Samuel de stem van God hoort, dan gaat hij eerst 3x naar de priester Eli. Als mensen zich door God geroepen voelen, om gedoopt te worden of tot een specifieke taak, dan zie je altijd dat ze de kerkgemeenschap opzoeken. Ze gaan naar een priester of bisschop. Volgende week zullen een vader en moeder en een dochter zich door de bisschop laten vormen: Samuel (!), Tabitha en Rebecca van der Bijl.

Een roeping van God brengt ons altijd tot de geloofsgemeenschap. Mensen die beweren dat ze verschijningen, visioenen, openbaringen, of wat dan ook, hebben gekregen van God, horen dat voor te leggen aan de kerk, want God roept mensen altijd ten dienste van anderen. Zelfs als Jezus melaatsen geneest, stuurt Hij ze naar de priesters om hen bij de geloofsgemeenschap te brengen.

Ook in het evangelie zien we dat mensen die Jezus ontdekt hebben, anderen bij de gemeenschap brengen. Johannes verwijst zijn leerlingen naar Jezus. Andreas haalt zijn broer Simon erbij.

Het is dan weer de taak van de kerkelijke leiders, de priesters en bisschoppen, om mensen te leren persoonlijk in gesprek met God te gaan, door het persoonlijk gebed en de meditatie. Eli leert Samuël om zelf naar God te luisteren en met God in gesprek te gaan. Hij zegt tot de jongen: “Als God je weer roept, dan moet je zeggen: “Spreek, Heer, uw dienaar luistert”.

Een kerk die mensen niet tot een persoonlijke relatie met God brengt, is een sekte. Maar ook mensen die zeggen: “Ik heb de kerk niet nodig om te geloven” zijn niet echt christen in de geest van Jezus. Geloof en gemeenschap horen bij elkaar.

God wil namelijk niet bepaalde mensen bevoordelen met visioenen, verschijningen of openbaringen, maar roept bepaalde mensen om zijn boodschap door te geven aan anderen.

Bijvoorbeeld Bernadette Soubirous werd door Maria ook naar de priesters gestuurd om haar boodschap door te geven en de kerk heeft haar verhalen onderzocht en de verschijningen erkend. Zij is voor vele zieken een bron van troost en genezing geworden, maar zelf is ze altijd zwak en ziekelijk gebleven en niet oud geworden.

De vrouwen die het eerst de opstanding van Jezus ontdekten en verschijningen kregen van Jezus, gingen dat direct aan de apostelen vertellen. God roept de ene mens om de ander tot heil te zijn.

Zo komt de kerk tot stand. Zo komt Gods heil tot alle mensen.

Dat is dus onze roeping: God roept ieder mens bij name, individueel. Maar Hij roept ons tot de kerkgemeenschap. En de kerk leert de mensen met God in gesprek te blijven.

Ik hoop dat we zo evenwichtige christenen zijn die God niet naar onze hand zetten, maar Hem dienen in verbondenheid met Gods kerk.

Winfried Kuipers