.

Geweldloosheid: lafheid of moed?

Thema: Geweldloosheid: lafheid of moed?

INLEIDING OP DE 1E LEZING:

David werd door God, door de profeet Samuel en door de mensen uitgekozen om koning te worden in plaats van koning Saul, die ontrouw was geworden. Dit wekte de jaloezie en de nijd van koning Saul op, die met een heel leger er op uit trok om de gevluchte David te gaan zoeken en vermoorden.

PREEK 7e zondag door het jaar C 2022

Ik was eens op bezoek bij een communicantje. Het communicantje vertelde toen dat er een meisje in haar klas was, die haar al jaren pestte. Ze is naar dat meisje gegaan en heeft haar gevraagd waarom ze haar altijd pestte. Ze heeft eraan toegevoegd: “Waarom worden we geen vriendinnen? Daarop heeft dat pestende meisje gezegd: “Sorry. Je hebt gelijk. We kunnen beter vriendinnen worden.”.

Ik was nog een jongen. Verlegen, bang, niet in staat mezelf te verdedigen tegenover leeftijdgenoten. Ik weet nog goed dat Sinterklaas werd ingehaald. Tijdens de optocht strooide een groot  levensmiddelenbedrijf zakjes snoep uit een wagen. Steeds waren anderen me voor met vangen of oprapen. Het was vlak bij het einde van de optocht. Ik had nog steeds geen zakje snoep te pakken. Toen viel er één vlak bij me op de grond. Ik bukte, maar gelijk met mij nog iemand. We hadden het zakje tegelijk te pakken. Trekken, duwen, trekken. Ik won het. Ik kwam er mee thuis en vertelde hoe ik er aan gekomen was. Eigenlijk schaamde ik me een beetje. Ik verwachte dat mijn vader boos zou worden omdat ik gevochten had om dat zakje. Tot mijn verbazing werd ik door mijn vader geprezen. “Goed zo, jongen, zei hij, je hoeft je niet op je kop te laten zitten.”

Toen ik later als student het evangelie van vandaag las, moest ik daar weer aan terugdenken: “Als iemand je op de ene wang slaat, houd hem dan ook de andere voor. Als iemand je iets afpakt, vraag het dan niet terug. Heb je vijanden lief en doe goed aan wie je haten”. Had mijn vader dan toch geen gelijk??????????

 

Aan heb eind van mijn studie heb ik een scriptie geschreven over dienstweigeren. Ik was voor dienstweigeren en heb ook 2 broers die militaire dienst geweigerd hebben omdat je dan leert een ander te doden en dat in geval van oorlog ook moet doen. Mag een land zich gewapend verdedigen tegen een vijand? De kerkelijke leer daarover zegt ja. Tegen onrechtvaardige aanvallers mag je je verdedigen. Maar Jezus zegt: “Als iemand je op de ene wang slaat, houd hem dan ook de andere voor”. Hoe zit dat nu?

 

Ik denk dat de uitspraak van Jezus een laatste stadium van ontwikkeling is. Mijn passiviteit als jongetje dat gepest werd, was zwakheid, lafheid. Ik moest leren mezelf te verdedigen. Je hebt allemaal je rechten en je mag die ook opeisen.

Jezus uitspraken gelden echter voor mensen die nog verder willen groeien in volmaaktheid. Die uitspraak is voor mensen die niet zichzelf willen verdedigen tegen het kwaad, maar die het kwaad in deze wereld willen overwinnen. Mensen die net als Jezus zelf verlosser en bevrijder willen worden. Mensen die zoveel liefde hebben voor de medemens, dat ze zelfs hun vijanden tot vriend willen maken.

Haat wekt haat op. Vergelding leidt tot wraak. Het kwaad is altijd een vicieuze cirkel. Om die vicieuze cirkel te doorbreken zijn mensen nodig die kwaad niet vergelden, maar vergeven. Mensen die anders reageren dan een hond die geslagen wordt.

 

Je andere wang toekeren als je geslagen wordt is geen vorm van lafheid. Het vereist juist hele grote moed om zo te reageren. Lafheid is een gebrek aan normale psychische ontwikkeling, christelijke vijandsliefde is daarentegen een overstijgen van het normaal-menselijke, instinctieve gedrag.

 

In de bijbel staat nog een prachtig verhaal over iemand die zijn aartsvijand weet te overwinnen, niet door geweld, maar door vijandsliefde: David en Saul. In het verhaal over David zien we een prachtig voorbeeld hoe je de spiraal van haat, geweld en wraak kunt doorbreken. David had Saul makkelijk kunnen doden. Maar hij deed het niet.

 

Wat een grootse houding van David die de kans krijgt zijn vijand te doden en voorgoed van hem af te zijn. Hij kiest op dit moment voor een nog grotere

overwinning dan de fysieke. Hij kiest voor de geestelijke overwinning. Hij is de wijzere in het conflict, al is hij de jongere. Hij kiest niet voor vergelding maar voor verzoening. Niet omdat hij koning Saul zo sympathiek vindt, maar omdat hij weet dat Saul een gezalfde is, d.w.z. een kind van God, een

beschermeling van de Heer, ook al is koning Saul diezelfde God ontrouw geworden.

 

David geeft hiermee een prachtig voorbeeld van wat Jezus bedoelt met de uitspraak: Bemint uw vijanden en doet wel aan die u haten, zegent hen die u vervloeken en bidt voor hen die u mishandelen. Als iemand u op de ene wang slaat, keer hem ook de andere toe.”

 

Jezus zegt daarmee niet dat we onszelf niet mogen verdedigen. Had David immers ook niet ooit de reus Goliath met de slingersteen gedood om zijn volk te bevrijden uit de handen van de Filistijnen? Daar handelde David uit liefde voor zijn volk, maar niet uit haat voor de vijand. Dat was geen wraakneming om zijn macht te tonen.

In het geval van Saul weet David dat hij door een moord onnodig bloed zou vergieten omdat er een andere oplossing was.

 

Met deze houding weet hij Saul niet tot inkeer te brengen. Hij krijgt ook hierna geen rustig gezapig zorgenvrij leven. Maar hij wint er toch alles mee: het kindschap van de Allerhoogste, een innerlijke vrijheid, vrijspraak bij het laatste oordeel, een groot loon bij de Vader in de hemel, een goede, gestampte,

geschudde en overlopende maat van de mensen.

 

David nam een barmhartige houding tegenover koning Saul aan omdat die een gezalfde des Heren was. Jezus maakt dit onderscheid niet meer. Ieder mens moet bij ons barmhartigheid, genade, vergeving en liefde vinden. Onze liefde moet universeel zijn. Als wij alleen onze vrienden beminnen, wat voor bijzonders doen we dan? Dat doen heidenen en misdadigers ook. Waaraan kan men dan zien dat wij christenen zijn?

 

Eens las ik de uitspraak: “Het evangelie zegt niet dat je iedereen aardig moet vinden; het zegt wel dat je iedereen moet beminnen”.

 

 

“Behandel de mensen zoals jullie door de mensen behandeld willen worden”, zei  Jezus. Het is een gulden regel die in alle godsdiensten voorkomt.

 

Een prachtig verhaal heb ik ooit gehoord: Bij iemand werd ’s nachts ingebroken. De vrouw des huizes was niet bang aangelegd. Ze liep de huiskamer binnen en het eerste wat ze zei was: “Goede nacht. Wilt u soms koffie”. De inbreker was zo overdonderd dat hij geen woord wist te zeggen. Dat gaf de vrouw de kans door te praten. “Ja”, zei ze, “als u de hele nacht op pad bent zult u wel behoefte hebben aan een kopje koffie. Het lijkt me helemaal niet leuk om altijd ’s nachts te moeten werken. U moet wel in grote nood zitten om voor zulk moeilijk werk te kiezen. Vertelt u me eens: wat brengt u er toe om dit te doen…”. En het wonder gebeurde: de inbreker ging zitten en vertelde over zijn relatieproblemen, zijn werkeloosheid, zijn ruzies met de familie, zijn gokverslaving, etcetera. Zijn hele levensverhaal kwam er uit. De vrouw verwees hem naar professionele hupverleners en de man verliet het slechte pad.

 

Je mag je rechten opeisen. Maar als christen kun je ook een stap verder gaan en van je recht afzien om anderen te winnen voor het Rijk Gods. Wie bewust zijn vijand de andere wang toekeert is niet laf maar sterk.

 

Beste mensen, wat moet ik hier nog aan toevoegen? Een mooier voorbeeld kan ik niet bedenken. Laten we de teksten meenemen naar huis en nog eens nalezen om deze leer van Jezus in grote dankbaarheid op te zuigen zoals een spons water opneemt, zodat we geheel vervuld worden van deze goddelijke wijsheid.

 

Wat een geluk dat er zulke mensen zijn als David op dat moment. Wat een zegen dat wij zulke mensen mogen zijn.

 

 

Winfried Kuipers