LEZINGEN: Exodus 17,8-13 en Lukas 18,1-8
INLEIDING OP DE EERSTE LEZING
De eerste lezing speelt zich af tijdens de tocht van het joodse volk van Egypte naar Israël, onder leiding van Mozes. Het volk trok af en toe door bewoonde gebieden en dat leidde natuurlijk tot conflicten. Vandaag horen we over de strijd tegen een stam onder leiding van een zekere Amalek. De Israëlieten zijn vermoeid en vrezen hun ondergang. Mozes is al oud en kan niet meevechten. Wat kan hij doen? Bidden.
PREEK
Bidden, waar is dat nog goed voor? Je zou het je wel afvragen bij
alle beelden en verhalen over oorlog en geweld die dagelijks op ons
afkomen via de krant, televisie en internet. Zoveel mensen in de
wereld die in diepe ellende leven. En God lijkt te zwijgen.
In de evangelielezing van vandaag geeft Jezus ons het voorbeeld van
de weduwe en zegt ons dat we net als zij moeten volhouden. Dat we
moeten volharden in het gebed.
Wij moeten blijven bidden en de moed niet opgeven. Want zelfs de
rechter die zich van niets en niemand iets aantrok, bleek gevoelig
voor de smeekbeden van de weduwe. Zij het dan om de ‘verkeerde’
reden: hij wilde van het gezeur af zijn. Hoeveel meer zal onze God,
dan wel niet naar ons horen en luisteren. Hij zal ons niet vergeten
als wij standvastig blijven bidden en de moed niet opgeven.
Maar helpt bidden? Niet als je bidt om je eigen verantwoordelijkheid
af te schuiven op God. Bidden neemt onze eigen verantwoordelijk
voor het welzijn van deze wereld en haar bewoners niet weg. Zelf
zullen we de handen uit de mouwen moeten steken en het niet alleen
bij mooie woorden laten.
Juist als je zo druk bent met acties voor een betere wereld en de zorg
voor je naaste, is het dan nog wel ‘nodig’ om te bidden? Wat voegt
bidden toe, welke meerwaarde heeft het?
Juist omdat wij zoveel verantwoordelijkheid hebben als mensen
voor elkaar en voor de schepping, ervaren we steeds meer dat we
dat helemaal niet alleen kunnen. Wie alleen maar doet en nooit
eens stilstaat, is op een gegeven moment opgebrand. Actie zonder
contemplatie is leeg. Het is van wezenlijk belang om in verbinding te blijven staan
met je innerlijke bron, met God. Dat kan door te bidden.
Bidden is een manier van in het leven staan, een levenshouding.
Onze hoop en verlangen naar een betere wereld en een beter leven
proberen we te verwoorden in gebed tot God. Of we bidden zonder
woorden. In de stilte kun je luisteren naar Gods stem, naar Gods Woord.
Mozes is daar een mooi voorbeeld van. In het tekstgedeelte van
vandaag staat nergens dat hij een gebed prevelde. Hij is zelf als het
ware een gebed. Zijn hele houding laat dat zien: met open armen
naar de hemel geheven om te ontvangen.
Men bad in die tijd met opgeheven armen zoals de priester aan het altaar doet,
of de mensen van de charismatische vernieuwing.
Als Mozes zijn armen laat zakken, dan is Israël aan de verliezende hand.
Maakt God zijn genade dan afhankelijk van een gebedshouding?
Nee. Maar in dit verhaal is de lichaamshouding het teken van het innerlijk.
Het verhaal wil zeggen dat we moeten blijven volhouden met bidden.
Dat we het nooit moeten opgeven. Want het gebed zelf heeft wel invloed op God.
Het voorbeeld van Mozes laat ons nog iets anders zien dat van
belang is. Hij krijgt letterlijk ondersteuning van Aäron en Chur, die zijn
armen omhoog houden. Je kunt het niet alleen.
Wij houden het vol door de steun van anderen.
Een ander mooi voorbeeld daarvan zijn de Kleine Christelijke
Gemeenschappen in Tanzania. In hun bijeenkomsten luisteren ze naar
Gods Woord en bidden ze samen. Vanuit die innerlijke bron kunnen ze
vervolgens zorg besteden aan elkaar. Het Woord van God in de bijbel
en in het gebed geeft kracht.
Albert Schweitzer heeft ooit een prachtige uitspraak gedaan over bidden:
“Gebeden veranderen de wereld niet, maar ze veranderen mensen,
en mensen veranderen de wereld”.
En ik las laatst de spreuk: “God vervult niet al onze wensen, maar wel al zijn beloften”.