.

Aan het werk.

 

PREEK 4e zondag van pasen 2017 Nootdorp, Berkel en Pijnacker

Beste christenen,

Dit weekend is het roepingenzondag. 1 Mei was het de dag van de arbeid. In mijn preek zou ik met u willen ontdekken wat die twee met elkaar te maken hebben.

Roepingenzondag gaat allereerst over de roeping tot het herdersambt in de kerk, het priesterschap. We worden gevraagd te bidden voor roepingen. We bidden al enige tijd voor een opvolger voor pastoor van Zaal en we zijn momenteel met het bisdom in gesprek over een kandidaat.

Het priesterschap heb ik zelf inderdaad als een roeping gevoeld. Maar ook het huwelijk zie ik als een roeping. Het begint misschien met verliefdheid en een romantische verkeringstijd. Maar is de huwelijksliefde niet een vonkje van Gods liefde, die de mens als man en vrouw geschapen heeft naar zijn beeld en gelijkenis? Wanneer die liefde zo sterk is dat man en vrouw elkaar niet meer los willen laten en besluiten te gaan trouwen, dan ontstaat er ook een verantwoordelijkheid voor elkaar. En verantwoordelijkheid wil zeggen dat je antwoord geeft op een opdracht, een roeping.

Ik hoop altijd dat een jongen en meisje die met elkaar gaan trouwen tot de overtuiging komen dat God ze voor elkaar bestemd heeft, dat God ze tot het huwelijk geroepen heeft. Bij de huwelijkssluiting geef je niet alleen aan elkaar het ja-woord, maar ook aan God. Je zegt ook ja op zijn roepstem.

(Nootdorp: Aart en Melisha hebben dit in ons gesprek voor vanavond ook bevestigd)

Het huwelijk is niet altijd rozegeur en maneschijn. Aan de huwelijkstrouw moet gewerkt worden. Elke dag moet je die keuze weer opnieuw maken. Voortdurend moet je er offertjes voor brengen. Dat hou je alleen vol als je beseft dat God dat van je vraagt.

Als beide partners het besef hebben dat het huwelijk een roeping van Godswege is, en net als Jezus bereid zijn het leven voor de ander te geven, dan kunnen ze door alle moeilijkheden heen komen.

Als één van de twee dat besef niet heeft, dan wordt het een stuk moeilijker.

 

Naar mijn mening hangen roeping tot het bijzondere Godgewijde leven en het huwelijk heel nauw samen. In een gelovig gezin dat heel vertrouwelijk met God omgaat kan immers een roeping tot religieus leven ontstaan, zoals bij mij het geval was. Ik zou jullie kinderen en de jongeren willen vragen daar eens over na te denken. Misschien roept God wel één van jullie tot een Godgewijd leven.

 

Ieder mens wordt door God geroepen. Al is het niet tot het ambt, religieuze leven of het huwelijk, dan toch tot een leven in navolging van Jezus, de Goede Herder.

In het evangelie hoorden we Jezus zeggen: de Herder roept zijn schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten.

En in de eerste lezing: “Gij zult bij de doop als gave de Heilige Geest ontvangen. Die belofte geldt u, uw kinderen en alle mensen, waar dan ook, zovelen de Heer onze God zal roepen”.

 

Paus Franciscus schrijft hierover bij gelegenheid van roepingenzondag: “Alle christenen zijn geroepen om missionarissen van het Evangelie te zijn” Hij zegt dat “de leerling die wordt geraakt en veranderd door de vreugde dat hij zich geliefd weet door God, deze ervaring niet voor zichzelf kan houden.

De missionaire inzet is dus niet iets dat toegevoegd wordt aan het christelijke leven, … maar maakt daarentegen deel uit van de kern van het geloof. De relatie met de Heer sluit in dat men als profeet van zijn Woord en als getuige van zijn liefde gezonden wordt.”

Elke leerling die zich gezonden weet, bemerkt in zijn hart deze stem van God die uitnodigt om naar de mensen te gaan zoals Jezus, allen “weldoende en genezende” (cf. Handelingen 10,38).

Een roeping van God tot een bepaalde dienst aan de mensheid of een medemens kan op een heel simpele manier verstaan worden. God kan namelijk een beroep op ons doen door medemensen die een beroep op ons doen. We kennen daarvoor in onze taal mooie uitdrukkingen zoals: “Je komt als geroepen”. Als iemand, een instelling, een vereniging, een organisatie of de kerk een beroep op je doet, dan zou je eerste overweging niet moeten zijn: “Heb ik daar wel zin in? Heb ik daar wel tijd voor? Kan ik dat wel?”, nee, onze eerste vraag zou moeten zijn: “doet God nu een beroep op me?” “Kan ik er de stem van God in herkennen?”. Als dat zo is, dan moeten we er tijd voor maken en dan zal God ons de kracht er voor geven, en ook de diepe vreugde, die altijd gepaard gaat met het vervullen van Gods wil.

En zo kom ik tenslotte bij ons dagelijks werk, onze beroepsarbeid. We doen dat natuurlijk om geld te verdienen. Dat is ook een belangrijke reden om te werken: om in ons levensonderhoud en dat van ons gezin te kunnen voorzien. In die zin is arbeid ook een recht. Maar arbeid is ook een plicht voor elke christen. In het woord beroep zit ook weer dat woord roep, roeping. God roept de mens vanaf de eerste mens al om de aarde te bewerken en de schepping te voltooien.

In de constitutie Gaudium et Spes van het 2e Vaticaans Concilie staat in paragraaf 34: “Dit geldt ook voor onze dagelijkse werkzaamheden. Mannen en vrouwen die werken voor hun levensonderhoud en dat van hun gezin bewijzen de maatschappij een dienst. Door hun werkzaamheid bouwen zij het werk van de Schepper verder uit en dragen het hunne bij tot de vervulling van het goddelijk plan in de geschiedenis. …”

JP II zei: “Werken is nu meer dan ooit een werken met anderen en voor anderen. Het heeft een sociale dimensie… Arbeid is een plicht van de mens omdat God hem dit bevolen heeft … met het oog op de naaste, de maatschappij, waar men deel van uitmaakt en heel de mensenfamilie waarvan men lid is.” (encycliek Laborem exercens nr. 16).

Ik wens u allen daarom weer een vreugdevolle en zinvolle werkweek.