.

5e zondag veertigdagentijd 2015

INLEIDING OP EVANGELIE:

 

Er zit een vreemde breuk in het evangelie: Enkele Grieken willen Jezus spreken. Maar Jezus gaat er niet op in. Hij geeft geen antwoord op de vraag maar gaat spreken over zijn aanstaand lijden, dood en verheerlijking. Waarom gaat Jezus niet in op de vraag van de Grieken Hem te mogen spreken? Het ging niet om Grieken die binnen de EU in een economische crisis zaten en om financiële hulp kwamen vragen. Nee, Grieken stonden in Jezus’ tijd bekend als filosofen die graag over geloofszaken wilden discussiëren. Jezus heeft daar echter geen zin in op het moment dat hij voor een beslissend moment in zijn leven staat. Daarom gaat hij niet op de vraag van de Grieken in.

 

PREEK

 

– de verkiezingen zijn weer voorbij. Op TV konden we weer debatten volgen en na de verkiezingsuitslagen de commentaren van de partijleiders.

– er zijn van die mensen die vinden het heerlijk om over geloof of politiek te discussiëren. Ze kunnen er avonden en nachten mee vullen. Je komt soms niet van ze af. Heel vervelend als er nog werk op je wacht of je kinderen moeten uit school gehaald worden.

– Nu kan het zijn dat deze mensen bevlogen zijn, gegrepen en hun ideeën graag uit willen dragen. Dat is prima. (In Berkel: Ik kom daar straks op terug.)

– Maar er zijn ook mensen voor wie geloof en politiek in hun dagelijks leven geen enkele rol speelt. Zij hebben alleen maar kritiek op de kerk of de regering. Die doen het nooit goed volgens hen.

– Een discussie over het geloof en nog meer over de kerk is voor sommige mensen juist een masker om ongeloof te verbergen of om zich niet met de kerk of medemens te hoeven engageren.

 

– Vermoedelijk is dat ook het geval bij de Grieken die Jezus willen spreken. Grieken stonden in die tijd symbool voor filosofen. Ze vonden het heerlijk eindeloos te discussiëren en bomen op te zetten over wijsheid, metafysica en maatschappij. Daarom komen ze op Jezus af. Ze hebben het idee dat Jezus een grote wijze is, een filosoof en politicus. Dat kan een leuke discussie worden.

– Maar praatjes vullen geen gaatjes.

– En Jezus gaat er daarom gewoon niet op in.

– Hij staat voor iets dat, zou je kunnen zeggen, juist het tegenovergestelde is van een vrijblijvende discussie: Hij staat voor een beslissend moment in zijn leven. Hij wil zijn leven geven voor vrede en verzoening van de mensen met elkaar en met God.

 

– Jezus gebruikt daar een beeld voor dat dit weekend bij het ingaan van de lente heel actueel is: we gaan weer zaaien in onze tuin en op het land. Jezus zegt: “Als de graankorrel niet in de aarde valt blijft hij alleen; maar als hij sterft brengt hij veel vrucht voort.”

 

– Het thema van deze viering is: Hoeveel is genoeg? Heel concreet kun je vragen: hoeveel geld is genoeg om de nood in de wereld te leningen? Het antwoord is dan: het is nooit genoeg. Hoeveel moet ik dan geven? Ik kan wat suggesties doen uit de vastenactie:

 

Voor € 50,00 kan een jongere een computertraining van een week volgen.

Voor € 150,00 kan een eendaagse training over persoonlijk leiderschap of geweldloos samenleven voor 25 deelnemers worden georganiseerd.

Voor € 275,00 kan een bloeddonatie-campagne worden georganiseerd.

Voor € 850,00 kan een bibliotheekje in een theeplantagedorp worden voorzien van boeken.

 

Geven we dan genoeg? Ik zou de vraag om willen draaien: wanneer hebben we zelf genoeg? Wat we dan over hebben kunnen we aan goede doelen geven.

 

Maar ik zou nog een stap verder willen gaan: we moeten niet alleen bereid zijn onze overvloed te geven. We moeten bereid zijn ons leven te geven voor de naaste. Jezus zegt: “wie zijn leven bemint, verliest het; maar wie zijn leven in deze wereld haat, zal het ten eeuwigen leven bewaren”. Het is wat sterk uitgedrukt, op oosterse wijze. We mogen ons leven wel liefhebben. Maar we mogen er niet aan gehecht zijn. We mogen niet gehecht zijn aan bezit, aan gewoontes of status. Zeker niet als dat ten koste gaat van de medemens.

 

Ik kwam deze week nog een heel mooi gebed tegen waarin staat dat God ons nodig heeft om de nood en de problemen in deze wereld op te lossen:

Wij kunnen U niet domweg bidden, God, om aan oorlog een eind te maken;

want wij weten dat U de wereld zo hebt gemaakt dat de mens zelf

zijn weg naar vrede moet vinden bij zichzelf en bij zijn naaste.

Wij kunnen U niet domweg bidden, God, om een eind te maken aan de hongersnood;

want U hebt ons de middelen al gegeven om de hele wereld van voedsel te voorzien,

als we er maar een wijs gebruik van maken.

Wij kunnen U niet domweg bidden, God, om een eind te maken aan de wanhoop,

want U hebt ons de macht gegeven om de sloppenwijken

te vervangen door echte huizen en zo weer hoop te schenken.

Wij kunnen U niet domweg bidden, God, om een eind te maken aan alle ziektes,

want U hebt ons een verstand gegeven om geneesmiddelen en therapieën uit te denken,

en er goed en dankbaar gebruik van te maken.

Daarom bidden wij U in plaats van dit alles, God,

om kracht, vastberadenheid en een sterke wil om de handen uit de mouwen te steken

en niet alleen maar te bidden;

om te doen en niet alleen maar te wensen. Amen. (Milleth Soriano, Filipijnen)

 

Berkel: Als we zo’n instelling hebben, dan kunnen we ook oprecht getuigen van ons geloof. Dan kunnen we getuigen dat God ons kracht geeft en met ons meewerkt. Of wij met Hem. Dat hebben een aantal parochianen gisteren gedaan in Berkel bij de Tour of Hope. (Kan één van de deelnemers daar iets over vertellen?)

(of ik vertel wat ik gezien heb)